Het Nederlandse pensioenstelsel is opnieuw het beste stelsel van de wereld. Dat blijkt uit het jaarlijkse internationale onderzoek van advieskantoor Mercer en beleggingsinstituut CFA. Toch zitten we midden in de overgang naar een nieuw pensioenstelsel. Waarom is dat dan nodig? En wat betekent die transitie voor de praktijk van de pensioenadviseur? Daarover gaan Kees Swinkels van Mercer en Tom Haaring van Nationale-Nederlanden in gesprek.
Tom Haaring (45), directeur Commercie Pensioen, heeft zich goed voorbereid op het gesprek. De uitgeprinte pagina’s van de Global Pension Index van Mercer en CFA liggen voor hem op tafel. Vooruit, hij heeft niet alle 137 bladzijdes gelezen, geeft hij lachend toe. “Maar wel de hoofdpunten. En die zijn ontzettend interessant.”
We zitten in een van de kantoren van Mercer in het Groothandelsgebouw in Rotterdam. Om de hoek zit de Delftse Poort, waar Nationale-Nederlanden een vestiging heeft. Kees en Tom kennen elkaar goed. Ze werken al zo’n zeventien jaar met veel plezier samen. Als country business leader is Kees Swinkels (58) verantwoordelijk voor de Nederlandse pensioen- en vermogensbeheeractiviteiten bij Mercer. Dit Amerikaanse adviesbureau is gespecialiseerd in financiële producten, bestaat al meer dan 75 jaar en is actief in meer dan 130 landen.
Kennis over de verschillende pensioenstelsels is er in overvloed bij Mercer. Voor het pensioenonderzoek werden dit jaar 47 stelsels langs de meetlat gelegd. “De methode is wetenschappelijk onderbouwd”, legt Kees uit. “Er zitten duizenden inhoudelijke vragen en onderzoekspunten achter. Die data zijn onze dagelijkse praktijk.”
Het hele jaar door houden Mercer en CFA bij hoe de pensioenstelsels scoren op drie onderdelen. Dat zijn toereikendheid (hoeveel pensioen wordt er bijvoorbeeld gespaard?), duurzaamheid (hoe toekomstbestendig is het stelsel?) en integriteit (welke regelgeving geldt er in een land?). “Grappig genoeg stond Nederland bij geen enkel onderdeel op 1. Maar ons gewogen gemiddelde is het hoogst.”
Bovendien scoren we goed op kunstmatige intelligentie (AI): het extra onderdeel dit jaar. Volgens het rapport speelt Nederland al tijdig in op nieuwe technologieën en tools, die de betrokkenheid van deelnemers bij pensioenregelingen kunnen vergroten.
Vorig jaar was het vierde onderdeel de genderkloof. Toen werd Nederland na jarenlange dominantie van de troon gestoten door IJsland. De pensioenopbouw van Nederlandse vrouwen liet namelijk lange tijd te wensen over. Maar nu staan we weer bovenaan, voor IJsland, Denemarken en Israël.
Als we met de oude pensioenregels doorgaan, bungelen we straks onderaan de lijst.
Wat ons pensioen zo goed maakt? Kees: “De overheid stimuleert enorm dat je pensioen opbouwt. We hebben natuurlijk de AOW, maar vooral het pensioen in de tweede pijler is hier goed geregeld. Met fiscale regels maakt de overheid het aantrekkelijk om pensioen op te bouwen via de werkgever. Bovendien val je hier sinds 1 januari 2024 al vanaf je 18e in een pensioenregeling.”
Wat de hoge score van Nederland verder verklaart: de beleggingsportefeuilles zijn goed op orde, het toezicht op het pensioenstelsel is goed en er wordt veel aandacht besteed aan pensioencommunicatie. “En we hebben natuurlijk een enorme pot aan pensioenvermogen klaarstaan”, vult Tom aan.
Ook Mirjam Verkerk, hoofd Corporate Consulting bij WTW, sprak met Tom Haaring over het veranderende adviesvak. Wat is haar voorspelling voor de komende jaren? ‘De toekomst van het adviesvak is nu al begonnen.’
Dat brengt ons op een vraag die Kees vaker krijgt: waarom zou je een pensioenstelsel aanpassen dat bekendstaat als een van de beste pensioenstelsels van de wereld? Daar zijn verschillende redenen voor, volgens de pensioenexperts. Zo staat de waardevastheid van die grote gezamenlijke pensioenpot steeds meer onder druk. “Met de lage rente en toenemende levensverwachting van mensen konden pensioenfondsen hun afspraken de laatste jaren niet nakomen”, legt Tom uit.
Ook verandert de arbeidsmarkt. “Mensen switchen sneller van baan, de solidariteit tussen generaties verdwijnt. En er zijn steeds meer beroepsgroepen, inclusief zzp’ers, die niet of nauwelijks meedoen met een pensioenregeling. Daardoor is het bestaande stelsel simpelweg niet meer houdbaar. We moeten meebewegen met de economie.”
Kees: “Mooi geformuleerd, Tom. Een groot deel van het onderzoek draait erom: hoe toekomstbestendig is je stelsel? Is het straks ook nog betaalbaar en voor iedereen toegankelijk? Als we met de oude pensioenregels doorgaan, bungelen we over tien of twintig jaar ergens onderaan. Nu scoren we goed, dus hebben we de luxe om te veranderen. Zodat we ook in de toekomst nog het beste pensioenstelsel ter wereld hebben.”
Het hele adviesvak gaat veranderen.
Het mag duidelijk zijn: Mercers business leader staat positief tegenover de nieuwe pensioenregels. Het pensioen wordt persoonlijk en transparanter. “Mensen kunnen zelf achter het stuur zitten, in plaats van afwachtend achteroverleunen.” Dat komt het pensioenbewustzijn van werknemers ten goede, verwacht hij.
Dat beaamt Tom. “Scandinavische landen hebben beschikbare premie-regelingen al eerder ingevoerd. De nuances verschillen wat, maar het heeft veel weg van ons nieuwe systeem. En ze merken daar echt dat het pensioenbewustzijn een boost heeft gekregen. Mensen worden gestimuleerd meer over hun pensioen na te denken.”
Uiteindelijk moeten alle landen een keer om, voorspelt Kees. Dan kun je maar beter op tijd in beweging komen. Dat vereist wel een andere houding van de adviseur. “Het hele adviesvak gaat veranderen. Vroeger waren de vragen van werkgevers vooral kostengestuurd: klopt mijn polis of factuur wel? Nu worden de vragen scherper, inhoudelijker en meer op de werknemer gericht. Die op zijn beurt óók meer vragen zal hebben. Wordt mijn pensioen wel duurzaam belegd? En wat kan ik er eigenlijk van kopen?”
Al gelooft Kees er niet in dat je als adviseur met alle werknemers van je klant een persoonlijk gesprek moet voeren. “Dat is geen doen. Ik denk eerder aan gesprekken op aanvraag en gerichte communicatie.” Dat laatste kan volgens hem ook zitten in goede informatiesessies voor het hele team, een lijst met veelgestelde pensioenvragen op je website en een e-learning voor werknemers die zelf aan de slag willen. Of een goede chatbot voor algemene informatie. Dan krijg je als adviseur vanzelf specifiekere vragen, is zijn ervaring. “Ik denk dat ik het snap, maar interpreteer ik het nou goed? Of: Ik heb alles ingevuld, maar –”
“Klopt het wel?”, valt Tom zijn gesprekspartner bij. “Heel herkenbaar. Mensen krijgen meer handvatten om zelf stappen te zetten en denken meer zelf mee. Zo krijgt de adviesmarkt een andere dynamiek. We zien bij Nationale-Nederlanden dat de rol van de adviseur proactiever en breder wordt. Minder gericht op de harde, inhoudelijke kant. Meer op de communicatie.”
Tom vervolgt: “Het gesprek gaat niet meer alleen over pensioen, maar over het hele arbeidsvoorwaardenpakket van een klant. Is er al een 50-plus beleid? Of een generatieregeling? En wat doe je met werknemers die willen doorwerken na hun pensioen? Merk jij dat ook, Kees?” “Absoluut. De adviseur wordt meer een kennispartner, bijvoorbeeld op het gebied van goed werkgeverschap en bedrijfscontinuïteit. Sommige adviseurs vinden dat misschien spannend. Wat gebeurt er met mijn vak?”
Zelf ziet hij dat anders. “Het is juist goed dat alles meer naar elkaar toe beweegt. We moeten gebruikmaken van elkaars kracht. Dan zitten we elkaar niet in de weg, maar kunnen we de klant beter bedienen. Samenwerking is ook nodig, want ik verwacht dat we alleen maar meer werk krijgen.”
Wees voorbereid op veranderingen.
Wat nog wel roet in het eten kan gooien, is de formatie van de nieuwe regering. Drie van de vier partijen die nu in gesprek zijn, hebben twijfels bij de nieuwe pensioenwet. Net als veel pensioenfondsen zijn ze tegen het invaren: het automatisch omzetten van de opgebouwde rechten naar nieuwe contracten. Toch ziet Kees de pensioenwet niet zomaar verdwijnen. “Er zit zoveel werk in. Veel werkgevers hebben al overeenstemming met hun OR-raad, of zijn al overgestapt.”
“Heb je tips voor de adviseur die zich wel zorgen maakt?”, vraagt Tom. Kees denkt even na. “Dan zou ik toch zeggen: stap uit je comfortzone en kom in actie. Wees voorbereid op veranderingen, welke richting die ook opgaan. En ja, als het nodig is, moet je jezelf opnieuw uitvinden. Maar je hebt toch niet voor niets voor een ondernemend beroep gekozen?”
Vooralsnog gaan we er gewoon vanuit dat alle pensioenregelingen op 1 januari 2028 onder het nieuwe pensioenstelsel vallen. Op welke plek verwacht Kees dat Nederland dan in de ranking staat? Daar hoeft hij geen seconde over na te denken. “Op 1. Vooral op duurzaamheid zullen we dan nog beter scoren. En op de overige onderdelen niet slechter. Best een goed vooruitzicht, toch?”
Bij Nationale-Nederlanden hechten we aan een goede relatie met adviseurs zoals jij. Want adviseurs zijn onmisbaar in het bedienen van de klant. Wil jij je klanten en hun werknemers zo goed mogelijk begeleiden bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel? Bekijk dan onze Human Capital Planner (HCP) eens. Deze online dienstverlening geeft je gemakkelijk inzicht in de pensioenregeling bij Nationale-Nederlanden. Zo kun je samen met je klanten acties ondernemen voor een duurzaam pensioenbeleid.