Hoera, het is écht winter! Geniet jij ook zo van de idyllische omgeving wanneer het sneeuwt? Het wordt echter minder genieten als je de weg op moet bij sneeuw of ijzel. Glijpartijen door verraderlijke gladheid komen op winterse dagen dan ook veel voor. Dat wil je natuurlijk voorkomen als je onderweg bent. Hoe? Met een goede voorbereiding én deze tips voor rijden met gladheid.
Is het kouder dan 7 graden, laat dan winterbanden onder je auto zetten.
…is het halve werk. Begin daarom met het winterklaar maken van je auto vóórdat je de winterkou trotseert. Bijvoorbeeld door je zomerbanden om te wisselen met winterbanden. Het advies is om met winterbanden te rijden als het kouder is dan 7 graden. Ook is het slim om een setje winterspullen in je auto te leggen. Denk aan een ijskrabber, ruitensproeiervloeistof mét antivries en een zeemspons (handig bij beslagen autoruiten). En omdat accuproblemen in de winter op de loer liggen, is een setje startkabels een must. Ga je op wintersport, dan mogen sneeuwkettingen niet ontbreken.
Wanneer de winter zijn intrede doet, kan het gebeuren dat je handrem vastvriest. Gebruik daarom ’s winters geen handrem, maar zet je auto in de eerste versnelling of P-stand. Heeft het gesneeuwd? Maak je auto voor vertrek sneeuwvrij. Denk hierbij ook aan het zichtbaar maken van de parkeersensoren en verlichting.
Zorg ervoor dat er altijd startkabels in je auto liggen, zeker in de winter!
Soms is het zwoegen geblazen als je weg wilt rijden bij sneeuw en gladheid. De banden graven zich steeds dieper in de sneeuw en je auto komt niet meer van zijn plek. Je kunt dit voorkomen door in de tweede versnelling weg te rijden: geef weinig gas en laat de koppeling rustig opkomen. Sowieso geldt bij gladheid het advies om zo beheerst mogelijk te rijden.
Genoeg afstand houden en ver vooruitkijken is natuurlijk altijd belangrijk, maar al helemaal bij gladheid en slecht zicht bij sneeuw. Die paar extra meters geven je meer tijd om te reageren op een onverwachte situatie. Bijvoorbeeld bij een file, wanneer je eerder begint te remmen om te voorkomen dat je doorglijdt. Lees de volgende tip over hóe je in zo’n situatie dan het best kunt remmen.
Het zal je maar gebeuren: het is glad en je rijdt achter een automobilist die opeens keihard op de rem trapt omdat er een obstakel op de weg ligt. Hoe rem je in zo’n onverwachte situatie? Trap je rem en koppeling tegelijkertijd hard in. Dit zorgt voor een hoge remdruk, zodat het ABS (antiblokkeersysteem) wordt geactiveerd. Het ABS is nodig zodat je wielen blijven draaien en je kunt blijven sturen.
In sommige situaties, zoals rijden in een bocht, is het beter om niet te remmen. Laat ruim vóór de bocht je gas los en minder vaart. Geef pas weer gas als je uit de bocht bent. Mocht je toch in een slip raken, blijf kalm en laat je auto glijden. Gooi nooit het stuur opeens om! Tot slot nog iets dat je bij gladheid beter kunt laten: ‘pompend’ remmen (steeds een klein beetje je rem indrukken). Dat zorgt juist voor een langere remweg.
Als laatste tip voor rijden met gladheid raden we aan om de hoofdwegen te gebruiken. Op deze wegen wordt veel gestrooid, omdat het openbaar vervoer hier ook gebruik van maakt. Wil je toch een kruip-door-sluip-door-route rijden, doe dit dan extra rustig en gecontroleerd.