Wil je eerder stoppen met werken? Bijvoorbeeld om tijd te besteden aan hobby’s of de kleinkinderen. Of omdat het werk fysiek en mentaal zwaarder wordt. Er zijn verschillende manieren om dit te regelen, maar ze hebben wel gevolgen voor je inkomen. Ontdek de mogelijkheden voor vervroegd pensioen en lees waar je op moet letten.
Er zijn verschillende manieren om eerder met pensioen te gaan.
Veel pensioenuitvoerders bieden de optie aan om je pensioen eerder te laten uitkeren. Via mijnpensioenoverzicht.nl of via de website van je pensioenuitvoerder kun je zelf al wat berekeningen maken. Je kunt bijvoorbeeld een idee krijgen hoeveel pensioen je kunt verwachten als je jouw pensioen eerder laat ingaan.
Heb je pensioen bij Nationale-Nederlanden? Bekijk je mogelijkheden via mijn.nn.
Je kunt eigen spaargeld of bijvoorbeeld geld uit een lijfrente gebruiken totdat je AOW en pensioen ingaan. Je moet dan wel genoeg opgebouwd hebben.
Wil je bijvoorbeeld 3 jaar eerder stoppen met werken en leef je iedere maand van € 2.500? Dan heb je in totaal 12 maanden x 3 jaar x € 2.500 = € 90.000,- nodig. Wil je 5 jaar eerder stoppen met werken? Dan heb je € 150.000,- nodig. Wil je 10 jaar eerder stoppen met werken? Dan heb je € 300.000,- nodig.
Ligt het eerder stoppen met werken nog in de toekomst? Dan kun je extra pensioen opbouwen om straks eerder met pensioen te gaan.
Sinds 2021 geldt een tijdelijke versoepeling van de Regeling Vervroegde Uittreding (RVU). Volgens deze regeling mag je werkgever je een uitkering aanbieden tot je AOW-leeftijd als je eerder stopt met werken. Normaal gesproken betalen werkgevers hier een heffing over van 52%. In het Pensioenakkoord is afgesproken deze regeling tijdelijk te versoepelen. Hierdoor betaalt je werkgever tot en met 2025 geen belasting over de uitkering die je krijgt.
De uitkering is in 2024 maximaal € 2.182,- bruto per maand. Je werkgever betaalt hier geen belasting over als je maximaal 3 jaar voor je AOW-leeftijd stopt met werken. Daarom wordt dit ook wel het vroegpensioen genoemd. Of je hiervan gebruik kunt maken gaat in overleg met je werkgever.
Heeft je werkgever extra verlof toegezegd? Bijvoorbeeld door overwerk of ploegendiensten (deels) te belonen met extra verlofopbouw? Tot 2021 mocht je van de Belastingdienst 50 weken belastingvrij opsparen. Sinds 2021 is het aantal weken verlof dat je belastingvrij mag opsparen verdubbeld. Je mag 100 weken verlof belastingvrij opsparen. Je kunt dat opgebouwde verlof gebruiken om vervroegd met pensioen te gaan. Let op: je kunt alleen bovenwettelijke verlofuren opsparen. Wettelijke verlofuren vervallen namelijk zes maanden na afloop van elk jaar.
Verlofsparen voor pensioen is wel een keuze waar werkgever en werknemer het allebei over eens moeten zijn.
Wil je niet helemaal stoppen met werken, maar wel minder werken? Dan heb je soms de mogelijkheid je pensioen gedeeltelijk te laten uitkeren. Je gaat dan eigenlijk parttime met pensioen. Of jouw pensioenuitvoerder deze mogelijkheid biedt, vind je in je pensioenreglement. Ook je werkgever moet het ermee eens zijn dat je minder gaat werken.
Eerder stoppen met werken kan gevolgen hebben voor zaken waar je niet direct aan denkt.
Als je eerder stopt met werken, heeft dit gevolgen voor je inkomen uit pensioen. Dat zit zo:
Eerder stoppen met werken heeft gevolgen voor het nabestaandenpensioen. Het nabestaandenpensioen is een uitkering aan je partner en soms ook je kinderen als jij overlijdt. Er zijn twee vormen van nabestaandenpensioen. Als je overlijdt voor je pensioen ingaat en als je overlijdt nadat je met pensioen bent gegaan. Eerder stoppen met werken of minder werken heeft gevolgen voor beide vormen.
Stop je met werken voordat je pensioen ingaat, bijvoorbeeld doordat je een tijdje van je spaargeld kunt leven? En zat er in jouw pensioenregeling een partnerpensioen? Dan heeft eerder stoppen met werken ook gevolgen voor dat partnerpensioen. Wat de gevolgen zijn, hangt af van het soort partnerpensioen dat je hebt. Welk type jij hebt, vind je in je pensioenreglement.
Als je eerder stopt met werken bouw je minder pensioen op. Overlijd je nadat je met pensioen bent gegaan? Dan ontvangt jouw partner een percentage van jouw pensioen. Als je minder hebt opgebouwd, is het partnerpensioen dus automatisch ook lager.
Je kunt zelf aanvullende voorzieningen treffen, zoals het afsluiten van een overlijdensrisicoverzekering.
Gebruik je spaargeld om de tijd tot je AOW en pensioen ingaan te overbruggen? Let dan op! Je hebt dan geen inkomen meer. Daardoor kun je de hypotheekrenteaftrek niet gebruiken. Rekende je jaarlijks op dat fiscale voordeel, dan kan dat nu een tegenvaller zijn.
Vanaf je AOW-leeftijd betaal je minder belasting over je inkomen. Laat je je pensioen ingaan voor je AOW? Dan betaal je dus totdat je AOW ingaat op dezelfde manier belasting over je inkomen als nu. Netto houd je dus minder over van je pensioen dan wanneer je zou wachten tot je AOW-leeftijd.
Wees je er bewust van dat elk scenario andere risico’s met zich mee brengt. Zie je iets over het hoofd, dan kunnen de financiële gevolgen voor jou en je partner groot zijn. Het kan helpen om een financieel adviseur in te schakelen.