Beleggers hebben zo hun eigen beursjargon, ze gebruiken allerlei beleggingstermen voor hun activiteiten. Voor de beginnende belegger is het best een uitdaging hiermee vertrouwd te raken. Maar je hoeft echt niet alle begrippen van de beursterminologie meteen te kennen. We hebben allemaal wel gehoord van obligaties of aandelen. Maar weet je ook wat het precies is? De volgende 10 termen over beleggen geven je de basiskennis, waarmee je kunt meepraten met beleggers. Of op zijn minst het gesprek kunt volgen.
Een aandeel is een bewijs dat je deelneemt in het kapitaal van een bedrijf. Je bent dus mede-eigenaar. Je kunt aandelen in bedrijven kopen en weer verkopen. Iemand die één aandeel of meerdere aandelen heeft is een aandeelhouder.
Als aandeelhouder mag je stemmen tijdens de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Bovendien hebben aandeelhouders het recht om in de winst van het bedrijf te delen. De winst die een onderneming uitkeert aan de aandeelhouders heet dividend. Vaak wordt er één keer per jaar dividend uitgekeerd. Dividend kan in geld (cash dividend) worden uitgekeerd of in de vorm van aandelen (stock dividend).
Naast aandelen kun je ook obligaties kopen. Een obligatie is een lening aan een bedrijf of overheid. Obligaties hebben een vooraf vastgestelde looptijd en keren vaak jaarlijks een vast bedrag uit aan rente. Dit wordt ook wel coupon of couponrente genoemd. Aan het einde van de looptijd ontvang je het geleende geld weer terug.
Bij een beleggingsfonds komt het ingelegde geld van verschillende beleggers samen. De fondsbeheerder belegt deze inleg en beheert het fonds. Een fonds kan beleggen in verschillende soorten beleggingen, zoals aandelen, obligaties, vastgoed, of in een combinatie hiervan. Verder worden beleggingen gespreid over verschillende bedrijven, sectoren, regio’s, landen of thema’s. Daardoor is beleggen in een fonds meestal minder risicovol dan zelf te beleggen.
Wanneer je online zoekt naar beleggingsfondsen kom je enorm veel verschillende soorten fondsen tegen. Door gebruik te maken van een beleggingsfonds spreid je je risico. Bij een fonds dat maar in één soort belegging handelt, loop je meestal een hoger risico dan bij een fonds dat in meerdere soorten beleggingen investeert. Hierna bespreken we een aantal veel voorkomende soorten fondsen:
Welk fonds bij jou past, hangt onder meer af van hoeveel risico je wilt nemen. En in welke sectoren, landen en thema’s jij je geld wilt beleggen.
Aandelen en obligaties zijn voorbeelden van verhandelbare beleggingen, die we effecten noemen. Effecten worden onder andere verhandeld op een effectenbeurs. In Nederland kennen we bijvoorbeeld de Amsterdamse Effectenbeurs. De grootste effectenbeurs ter wereld is de New York Stock Exchange (NYSE). De NYSE heet in de volksmond ‘Wall Street’. Wil je meer weten over andere financiële instrumenten, zoals opties, futures en derivaten? Kijk dan in het ABC van beleggen bij die term.
Koop je aandelen van een bedrijf buiten de beurs om? Dan wordt dat private equity genoemd. Het zijn vaak start-ups en scale-ups die private investeringen ophalen om te kunnen groeien. Deze investeringen dragen een hoog risico, en soms staan daar hoge rendementen tegenover.
Voordat je besluit om op deze manier in een bedrijf te investeren, is het extra belangrijk om te achterhalen hoe financieel gezond het is. Een maatstaf hiervoor is de intrinsieke waarde. De intrinsieke waarde van een bedrijf is het verschil tussen de waarde van de bezittingen en de schulden. Oftewel het eigen vermogen. Maar er zijn meer analyses mogelijk én nodig om te bepalen of je een slimme investering doet.
De koers van een aandeel of een obligatie is de marktprijs waarvoor deze wordt verhandeld. De koers hangt af van vraag en aanbod: hoeveel kopers er zijn en hoeveel verkopers van een aandeel of obligatie en hoeveel zij bereid zijn om te betalen of te ontvangen.
Koersen zijn steeds in beweging. Daarmee loop je als belegger koersrisico. Je verliest geld als je je aandelen of obligaties verkoopt tegen een lagere koers dan waarvoor jij ze hebt gekocht. Daar staat tegenover dat je kans maakt op koerswinst. Daarvan is sprake als je je effecten verkoopt tegen een hogere koers dan waarvoor jij ze hebt gekocht.
Als de koersen langere tijd dalen, dan wordt dit een bear market genoemd. Dit komt meestal voor als beleggers reageren op een teruglopende economische activiteit door hun aandelen of obligaties te verkopen. Doordat er veel aanbod is, krijg je dalende koersen. Bij obligaties kan een bear market ontstaan door het stijgen van de rente. Dan is het interessanter om te sparen dan te beleggen in obligaties.
Het tegenovergestelde van een bear market is een bull market. Er is sprake van een bull market als de koersen een stijgende trend laten zien. En de verwachting is dat deze trend doorzet.
Waarom verwijzen bear en bull market naar een beer en een stier? Dat komt door de manier waarop deze dieren de aanval inzetten en de hiermee vergelijkbare beweging op de financiële markt. De stier zwiept zijn hoorns omhoog: de bull market. En de beer slaat met zijn klauwen naar beneden, het voorbeeld voor de bear market.
Beurskoersen zijn altijd in beweging. Soms is er weinig beweging en kun je de beurshandel rustig noemen. Maar er zijn ook heftige schommelingen mogelijk. Om aan te geven hoe financiële markten ervoor staan, worden indices gebruikt (indices is meervoud van index). Een index is een verzameling van aandelen of obligaties van bijvoorbeeld verschillende bedrijven. De index wordt zodanig samengesteld dat die een indicatie geeft van een bepaalde markt.
De S&P 500 index is een aandelenindex die de 500 grootste Amerikaanse bedrijven bevat. Samen met de Dow Jones Industrial Average index behoort de S&P 500 index tot de bekendste beursbarometers ter wereld. Een andere in Nederland bekende index is de AEX-index, afkorting van Amsterdam Exchanges Index.
Bij vermogensbeheer geef je het beheer van (een deel van) je geld uit handen aan beleggingsexperts. Zij nemen je het werk uit handen en beleggen op een manier die bij je past. Handig, als je zelf weinig tijd of kennis van beleggen hebt. Voordat de beleggingsexperts voor je gaan beleggen, bepalen ze op basis van een vragenlijst het beleggingsprofiel dat het beste bij je past.
Je beleggingsprofiel geeft aan welk risico je met je beleggingen wilt en kunt lopen. En dat bepaalt de opbouw van je beleggingsportefeuille. De vermogensbeheerder verdeelt jouw geld dus over verschillende soorten beleggingen.
Kies je voor vermogensbeheer bij Nationale-Nederlanden? Dan hebben we Beheerd Beleggen voor jou. Door zo te beleggen, doen onze beleggingsexperts het werk voor je.
Lees meer over Beheerd Beleggen
De waarde van je beleggingen kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Vermogensbeheerders kunnen besluiten om te overwegen of onderwegen ten opzichte van de door hen gevolgde benchmark als zij dat op een bepaald moment nodig vinden. Overwegen is een bewuste keuze om meer in bepaalde aandelen, sectoren of landen te beleggen dan de benchmark.
De benchmark is een maatstaf waarmee de prestaties van een beleggingsportefeuille worden vergeleken. Een positief resultaat ten opzichte van de benchmark betekent dat de beleggingsportefeuille het relatief goed heeft gedaan. Een benchmark kan samengesteld zijn uit meerdere indices.
Het tegenovergestelde van overwegen is onderwegen. Onderwegen is dus de bewuste keuze om minder in bepaalde aandelen, sectoren of landen te beleggen dan de benchmark.
Het rendement is waar het in de beleggingswereld uiteindelijk om draait. Rendement is de gemaakte winst (of het verlies) op beleggingen over een bepaalde periode. Dit kan zowel in absolute bedragen als procentueel worden uitgedrukt.
Als je gaat beleggen loop je altijd risico. Wie geen risico wil lopen, kan dus beter niet beleggen. Een vaak gehanteerde stelregel is bovendien om alleen te beleggen met geld dat je (voorlopig) niet nodig hebt.
Ben je enthousiast geworden na het lezen en wil je meer beleggingstermen onder de knie krijgen? Kijk dan bij het ABC van beleggen. Of ga direct naar Beheerd Beleggen van Nationale-Nederlanden en lees waarom dit een laagdrempelige vorm van vermogensbeheer is.