‘Budgetteren kun je leren’. Een mooie uitdrukking die hartstikke waar is. Sommige mensen denken dat budgetteren met al die verschillende potjes gedoe is. Verkeerd gedacht! De 50-30-20-regel is een effectieve en makkelijke manier van budgetteren. Wordt 2024 het jaar waarin je je geldzaken echt goed op orde stelt? Daar kan de 50-30-20-regel je een handje bij helpen.
De 50-30-20-regel verdeelt je inkomen in drie verschillende potjes. Daarbij gaat 50% in het potje voor vaste lasten, 30% voor persoonlijke behoeften en 20% in een potje om te sparen en schulden af te lossen. Uit deze drie potjes betaal je alles. Het is een hele overzichtelijke manier om je inkomsten en uitgaven bij te houden. En verstandig: je spaart elk jaar een deel van je salaris of andere inkomsten én zet genoeg opzij voor vaste lasten, boodschappen en verzekeringen. Zo weet je zeker dat je elke maand genoeg geld overhoudt.
Bekijk ook deze zes stappen naar overzicht in je inkomsten en uitgaven
Begin bij je vaste lasten. Je weet wel, die terugkerende kosten waar je niet onderuit kunt. De hypotheek of huur, verzekeringen, de energierekening en de boodschappen. Reken ook abonnementen, kosten voor de auto en voor openbaar vervoer mee. Uit onderzoek door het Nibud blijkt dat we 50 tot 55 procent van ons inkomen aan vaste lasten besteden.
Een blik op je bankrekening geeft een goed overzicht van al je vaste lasten. Zo zie je niets over het hoofd. Zet alle kosten van afgelopen maand op een rij en tel de bedragen op die iedere maand terugkomen. Nu heb je een compleet overzicht van je maandelijkse vaste lasten.
Tip: dit plaatje geeft helder inzicht in wat je kwijt bent aan abonnementen of andere uitgaven waarop je misschien kunt besparen. Een goed moment om dit eens kritisch te bekijken en keuzes te maken. Door in dit potje minder geld uit te geven, houd je meer over voor de andere twee categorieën.
Het tweede potje is bedoeld voor de persoonlijke uitgaven. Daarvoor zet je 30% van je inkomen apart. Het gaat om de leuke dingen, zoals etentjes met vrienden en je partner, vakanties, hobby’s, elektronica of gadgets. Ook kleding valt in dit deel van het budget.
Benieuwd wat je op dit moment maandelijks aan deze persoonlijke behoeften uitgeeft? Zet je uitgaven van de afgelopen zes maanden op een rij. Dat geeft je een representatief gemiddelde. Volgens de 50-30-20-regel mag dit niet meer dan 30% van je netto inkomen zijn. Is dat bij jou wel het geval? Dan is het verstandig om te kijken waar je kunt besparen.
Als laatste stop je de rest van je inkomen in het laatste potje: dat voor sparen en schulden aflossen. In dit potje zou 20% van je netto inkomen moeten zitten. Dit geld gebruik je om te sparen, te beleggen of schulden af te lossen. Daarmee blijf je financieel gezond, nu en in de toekomst.
Ben je benieuwd hoe de 50-30-20-regel er voor jou uit zou zien? Hier een voorbeeld dat je naar jouw situatie kunt aanpassen:
Netto inkomen: € 2.300
Om het je nóg makkelijker te maken, kun je ook de rekentool gebruiken. Daarmee zie je in één oogopslag hoe de verdeling er voor jou uitziet.
Tip: ben je zzp'er, freelancer of heb je om een andere reden een wisselend inkomen? Bereken je gemiddelde inkomen over een jaar of over 6 maanden.
De 50-30-20-regel is een goede manier om meer grip op je financiën te krijgen. Het is slim om de regel gelijk na het ontvangen van je salaris toe te passen. Verdeel de bedragen direct over de verschillende potjes of maak het over naar aparte rekeningen. Zo houd je overzicht en voorkom je dat je toch meer uitgeeft dan je wilt.
Wil je wel graag beter budgetteren, maar vind je de strikte verdeling lastig? Geen zorgen, je kunt er prima wat van afwijken. De 50-30-20-regel is vooral een methode om inzicht en grip te krijgen, geen exacte wetenschap.
De 50-30-20-regel is een goede manier om slimmer met je geld om te gaan. Wil je nóg beter met geld worden? Dan is ons lijstje met praktische tips om dit jaar écht minder geld uit te geven een must-read.